7
jul
7
jul
De volgende vraag ontving ik van een klant:
Ik heb een vraag betreffende het toepassen van brandwerende centraaldozen.
In een gebouw worden verschillende woningen gerealiseerd. De vloeren tussen de gebouwen moeten een brandwerendheid hebben van 60 minuten.
Moet ik hier nu brandwerende centraaldozen toepassen of slechts bij een bepaald aantal gaten in de vloeren / het plafond? Staat dit ook in NEN 1010?
Antwoord:
In hoofdstuk 2 van het bouwbesluit zijn technische voorschriften beschreven uit het oogpunt van veiligheid. Hierin is ook op basis van de gebruiksfunctie en o.a. de omvang en ligging van het object, de minimale weerstand tegen brand doorslag en de weerstand tegen rookdoorgang bepaald. Tussen verschillende brandcompartimenten in een gebouw zijn in het bouwbesluit minimale tijden beschreven waarbinnen brand of rook zich niet van het ene naar het andere brandcompartiment mag verspreiden.
In wanden en plafonds maakt een installateur gaten om bijvoorbeeld leidingen door te voeren of installatiemateriaal te monteren zoals een centraaldoos. Wanneer deze openingen tussen twee brandcompartimenten worden gemaakt, dan vormen ze de zwakke plekken in de wand- of het plafond. Een stenen muur heeft immers een weerstand, een gat in de muur geen en een kunststof lasdoos slechts een zeer beperkte. Wanneer er nu brand ontstaat, wordt door de versnelde doorslag van rook en brand naar de naastgelegen ruimte niet voldaan aan de minimale vereiste tijd volgens het bouwbesluit.
In NEN 1010 bepaling 527.2. staan eisen beschreven over het doorvoeren van leidingsystemen door bouwelementen, zoals door vloeren, muren, daken, plafonds, scheidingswanden, spuwmuren. De eis is dat openingen die er na het aanbrengen van de doorvoeringen nog zijn, zo worden afgedicht dat de brandwerendheid ervan tenminste gelijk is aan de brandwerendheid die het betreffende bouwelement zelf had voor het aanbrengen van de doorvoering. Hoe je de brandwerendheid precies realiseert daar laat NEN 1010 je vrij in.
Als bij het afdichten van doorvoeringen materialen worden gebruikt die volgens de gebruiksvoorschriften worden toegepast en die een typebeproeving hebben, dan kan er van uit worden gegaan dat aan de eisen wordt voldaan.
Afbeelding brandwerende centraaldoos, flameblokker Bron ABB.
Als lasdozen worden toegepast in een plafond of muur tussen twee brandcompartimenten, dan kunnen bijvoorbeeld brandwerende dozen een oplossing bieden. Deze dozen zijn van brandwerend materiaal gemaakt dat expandeert en daarmee afdicht door de hitte bij een brand. Een standaard inbouwdoos smelt of verbrandt, waardoor er binnen afzienbare tijd een opening ontstaat.
Ook zijn er platen van brandwerend materiaal die achter in een WCD kunnen worden geplaatst om de brandwerendheid te verhogen.
Ook kunnen openingen worden afgedicht met brandmanchetten; een opschuimend brandwerend product, of brandwerende strips en tapes. Er is een scala aan brandwerende producten op dit gebied op de markt.
Door: Anton kerkhofs