Beheer van elektrische installaties

6

mei

6

mei

Is de installatieverantwoordelijkheid geregeld bij uw onderneming?

Een eigenaar van elektrische installaties en -arbeidsmiddelen is wettelijk verplicht ervoor te zorgen dat deze in een veilige staat zijn en veilig kunnen worden gebruikt. Beheer en onderhoud is daarvoor noodzakelijk. Het is gebruikelijk dat een werkgever de verantwoordelijkheid hiervoor delegeert naar een of meerdere installatieverantwoordelijken. Prima te organiseren bij ondernemingen met een eigen technische dienst, maar lastiger bij organisaties en bedrijven die geen elektrotechnische deskundigheid in huis hebben. Wat zijn nu de plichten t.a.v. het beheer? Daarover meer in dit artikel.

Tekst: Anton Kerkhofs

Wettelijke verplichtingen

In het Arbobesluit artikel 3.2 en 3.4 staan de eisen beschreven voor het in goede staat hebben en houden van elektrische installaties. In hoofdstuk 7 van het Arbobesluit de eisen aan (elektrische) arbeidsmiddelen.

De volledige tekst van de artikelen zijn te lezen op www.overheid.nl . Hieronder een verkorte samenvatting.

Art. 3.2

Arbeidsplaatsen worden zodanig ontworpen, gebouwd, uitgerust, in bedrijf gesteld, gebruikt en onderhouden, dat gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers zoveel mogelijk is voorkomen. Regelmatig wordt gecontroleerd of de aanwezige voorzieningen en genomen maatregelen nog adequaat functioneren. Geconstateerde gebreken worden zo snel mogelijk hersteld.

Art 3.4

Elektrische installaties zijn zodanig ontworpen, ingericht, aangelegd, onderhouden en gekenmerkt, dat een veilig gebruik van elektriciteit zo goed mogelijk is gewaarborgd.

Hoofdstuk 7 Arbeidsmiddelen

Een arbeidsmiddel moet voldoen aan het Warenwetbesluit. Het moet zijn voorzien van de ce-markering, van de verklaring van overeenstemming en worden toegepast overeenkomstig de gebruiksvoorschriften. Het arbeidsmiddel moet zijn afgestemd op de omgevingsinvloeden. Na de installatie, voordat het voor de eerste maal in gebruik wordt genomen, periodiek en na een reparatie of incident moet het worden gekeurd.  

NEN 3140

De wettelijke bepalingen zoals hierboven beschreven, zijn onder andere uitgewerkt in NEN 3140. NEN 3140 is de norm die de grondslag vormt van de Arbocatalogus; de afspraak tussen werkgevers en werknemers in de installatiesector voor het beheer van elektrische installaties en -arbeidsmiddelen. Dit is het niveau waaraan de Nederlandse Arbeidsinspectie toetst.

Naast de wettelijke verplichtingen heeft elke onderneming ook te maken met polisvoorwaarden van assuradeuren. Zo kunnen in een opstalverzekering eisen zijn gesteld aan de zorgplicht voor elektrische installaties en/of elektrische arbeidsmiddelen. Elektrische arbeidsmiddelen (behalve elektrische handgereedschappen) zijn ook (productie)machines, laadinrichtingen, elektrische deurinrichtingen, apparatuur in het kantoor en de werkplaats, meetinstrumenten etc.

Installatieverantwoordelijke

In NEN 3140, bepaling 4.3 staat vermeld: “Elke elektrische installatie en elk elektrisch arbeidsmiddel moet onder de verantwoordelijkheid van een installatieverantwoordelijke worden geplaatst”.

Definitie Installatieverantwoordelijke: Persoon die is aangewezen als direct verantwoordelijke voor de veilige bedrijfsvoering van de elektrische installaties en/of de veiligheid van de elektrische arbeidsmiddelen.

Concrete taken om de veiligheid van het elektrisch materieel te waarborgen zijn het opzetten van een inspectie-, onderhouds- en het vervangingsbeleid. Met een schriftelijke aanwijzing worden taken, bevoegden en verantwoordelijkheden vastgelegd tussen de werkgever en de installatieverantwoordelijke. Zo wordt het helder voor de installatieverantwoordelijke welke elektrische installaties en/of elektrische arbeidsmiddelen hij de verantwoordelijkheid draagt en welke taken daarmee zijn gemoeid. De taken van een installatieverantwoordelijke zijn beschreven in NEN 3140 bijlage F.

Om het gebruik en de werkzaamheden aan of nabij elektrisch materieel te waarborgen zijn concrete acties nodig. Bijvoorbeeld het opzetten van een toegangsbeleid van ruimten met een elektrisch gevaar, gerichte trainingen in het omgaan met elektrische installaties of arbeidsmiddelen, het ontwikkelen van schakel- en werkinstructies of het beheer van schema’s en tekeningen.

Wie kan worden aangewezen als installatieverantwoordelijke?

Elektrotechnische deskundige medewerkers met ten minste een middelbaar elektrotechnisch niveau kunnen als installatieverantwoordelijke worden aangewezen. De noodzakelijke deskundigheid kan worden beoordeeld o.b.v. de soort, de omvang en de complexiteit van de elektrische installaties en/of arbeidsmiddelen waarvoor men de verantwoordelijkheid wil toekennen, de ervaring hiermee, de genoten opleiding etc. (NEN 3140 4.2 en bijlage D geven nadere handvatten hiervoor).
Als er binnen een onderneming geen elektrotechnische deskundige medewerkers worden aangewezen als installatieverantwoordelijke, dan kan de installatieverantwoordelijkheid bij een rechtspersoon worden neergelegd; een externe onderneming die daarvoor wel capabel is zoals een elektrotechnisch medewerker van een installatiebedrijf. NEN 3140 vereist dan wel, dat moet vastliggen, welke medewerker van dat bedrijf voor welke installatie/deel van een installatie/(groep van) arbeidsmiddelen verantwoordelijk is. Als er helemaal geen installatieverantwoordelijke wordt aangewezen, dan is de werkgever/eigenaar de verantwoordelijke.

Installatieverantwoordelijkheid dragen als installateur voor een andere bedrijf

Het aangaan van een overeenkomst tot het opnemen van installatieverantwoordelijkheid bij een opdrachtgever kent uitdagingen en risico’s. Een installateur die voor zijn opdrachtgever de installatieverantwoordelijkheid op zich neemt, bouwt in het algemeen hiermee een warme relatie op die ook werk met zich mee brengt. Het zo maar accepteren van installatieverantwoordelijkheid is risicovol. Wat is de omvang van de installaties en/of arbeidsmiddelen? Wat is de actuele staat van deze installaties en/of elektrische arbeidsmiddelen? Waarvoor ben je wel en niet verantwoordelijk? Hoe is het beheer tot dusver geregeld? Zijn er tekeningen en schema’s? En zijn deze actueel? Is de periodieke keuring van de elektrische arbeidsmiddelen en de installatie(s) op orde? Dit zijn allemaal vragen om vooraf bij stil te staan.

Let wel op: de meeste incidenten gebeuren door menselijk handelen. De elektrische installaties en –arbeidsmiddelen kunnen dan wel veilig zijn, maar wie gaat er mee om? En hoe? Het is ook belangrijk om dit te beoordelen voordat installatieverantwoordelijkheid wordt geaccepteerd.

Wat mogen bijvoorbeeld de eigen medewerkers zoals operators doen in een technische installatie? Bijvoorbeeld wel of geen thermische beveiligingen resetten en zekeringen vervangen. Zijn ze daartoe geïnstrueerd, bekwaam en aangewezen als bijvoorbeeld VOP? Wie koopt elektrische arbeidsmiddelen in? Zijn die veilig en passend bij de gevaren op de werkvloer? Zo maar wat vragen waar bij het “gemiddelde bedrijf zonder eigen technische expertise” niet over nagedacht wordt. “Met stekkerdoosjes kunnen we toch alles laten werken”. Maar als je installatieverantwoordelijke bent, heb je daarmee wel te maken.

Een installatieverantwoordelijke kan dus worden aangewezen voor een of meer elektrische installaties en/of elektrische arbeidsmiddelen. Op de schriftelijke aanwijzing moet dit expliciet zijn beschreven en afgebakend. Het moet immers duidelijk zijn voor welke elektrische installaties en/of elektrische arbeidsmiddelen de installatieverantwoordelijke de verantwoordelijkheid draagt. Ook welke bevoegdheden en taken dat met zich mee brengt en voor welke ook niet (omdat een ander die draagt).

Voorbeelden van IV-ers zijn:

  • IV van de vaste elektrische installaties in een bedrijfspand of een gedeelte daarvan
  • IV van een bepaalde productielijn
  • IV van elektrische arbeidsmiddelen
  • IV voor de elektrische installatie in een nieuwbouwproject
  • IV voor de elektrische installatie bij de opdrachtgever volgens een beheersovereenkomst
  • IV van een tijdelijke installatie voor een markt of een evenement

De verantwoordelijkheid kan dus worden opgedeeld of (gedeeltelijk worden gedelegeerd) tussen meerdere installatieverantwoordelijken. Als de structuur en de omvang maar helder wordt afgebakend en wordt beschreven in ieder zijn IV-aanwijzing.

Afbeelding: Installatieverantwoordelijkheid kan worden verdeeld.

Nu hoor je de laatste jaren geluiden in de markt dat het opnemen van installatieverantwoordelijkheid niet kan, of zeer riskant is. Dit klopt als het IV-schap zomaar wordt aanvaard door een installatiebedrijf. Als de installatieverantwoordelijkheid (of delen hiervan) worden overgedragen aan een installatiebedrijf is het opstellen van een beheersovereenkomst een vereiste.

Beheerscontract installatieverantwoordelijkheid

In het beheerscontract moet bijvoorbeeld zijn beschreven welke bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden overgedragen, welke bij de eigenaar blijven liggen en welke taken voor beide partijen daarbij horen. Denk als installateur voor het aangaan van een IV-contract ook aan de polisvoorwaarden van de eigen verzekering en de mogelijk financiële gevolgen (indien er, ondanks de goede bedoelingen, zich een incident met een elektrische installatie voordoet).

Verantwoordelijk worden voor de veiligheid van elektrische installaties en geen bevoegdheden krijgen om het beheer goed vorm te geven,  kan leiden tot een vervelende situatie.

Om die reden behoren er in het beheercontract ook eisen te worden gesteld aan de organisatie die het beheer uitbesteed. Als een installateur de installatieverantwoordelijkheid overneemt van de werkgever, zijn een aantal aandachtspunten belangrijk.

Het goed organiseren, afbakenen van taken, en helder beschrijven wat ieders taken zijn in het technisch beheer van elektrische installaties en-arbeidsmiddelen is een goede zaak.

Zou je graag als technicus meer willen leren over installatieverantwoordelijkheid of als installatieverantwoordelijke? Schrijf je dan nu in voor de training NEN 3140 NEN 1010 Inspectietechnieken - Installatieverantwoordelijke.

Naar de cursus>

 

 

 

Onze opdrachtgevers