Alweer die training! (Anton Kerkhofs)

7

jul

7

jul

Volgens de Arbowet en het Arbobesluit is de werkgever primair verantwoordelijk voor een goed veiligheidsbeleid en de naleving hiervan. Voor de praktische invulling van deze wettelijke bepalingen ten aanzien van de bedrijfsvoering van elektrische installaties is er  sinds januari 2011; NEN 3140. Inspectie SZW hanteert deze bepalingen voor een veilige bedrijfsvoering.  

 


Vaak wordt gedacht dat de technische medewerkers verplicht een NEN 3140 training moeten volgen en dat vervolgens de organisatie is gevrijwaard tegen aansprakelijkheid. Dit is een onjuiste veronderstelling. Instrueren is immers maar een onderdeel van de bedrijfsvoering; een sluitstuk. Implementatie van NEN 3140, wat de regelgeving voorschrijft omvat veel meer! Veiligheid begint bij een goede organisatie ofwel implementatie van de norm in het eigen bedrijf!

 

Volgens het Arbobesluit bepaling 3.5 moet elke medewerker die bij zijn werkzaamheden te maken heeft of kan hebben met gevaren van elektriciteit, specifiek voor die werkzaamheden zijn geïnstrueerd en bevoegd worden gesteld. NEN 3140 is de norm waarin praktisch staat beschreven hoe dit in de praktijk vorm moet krijgen. 

Binnen de organisatie dient vast te liggen welke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden medewerkers hebben bij werkzaamheden met elektriciteitsrisico’s. Een beproefde methode is dit te organiseren door het opzetten van een aanwijsbeleid volgens NEN 3140. Elke medewerker die te maken heeft met de gevaren van elektriciteit ontvangt van de werkgever dan een zogenaamde “aanwijzing”,

In het aanwijsdocument (conform bijlage D NEN 3140) staat minimaal beschreven:     

-De naam, geboorte datum en de functie van de persoon.
-De aanwijsnaam: VOP, VP, PL, WV of IV.
-Een ingangs- en evt. de einddatum.
-Aan welke installaties- of delen van installaties de medewerker mag werken.
-Welke werkzaamheden (elektrotechnische, -niet elektrotechnische, -bedieningswerkzaamheden) door de medewerker (kunnen) mogen worden verricht.
-Welke ruimte(n) of  werkomgeving de werkzaamheden mogen worden verricht.
-Een overzicht van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de medewerker.
-Overzicht van de te gebruiken gereedschappen, hulpmiddelen, meetapparatuur, PBM’s etc voor zijn werkzaamheden.
-Plaats en datum van de aanwijzing
-Handtekening van degene die aanwijst en wordt aangewezen.

In NEN 3140 worden vier titels – niveaus van aanwijzingen- beschreven:

•Voldoende Onderrichte Persoon (VOP) Een medewerker die voldoende is geïnstrueerd voor specifieke eenvoudige elektrotechnische en niet elektrotechnische werkzaamheden en het gebruik van elektrische arbeidsmiddelen waardoor hij in staat is de gevaren van elektriciteit te onderkennen en te voorkomen. Denk hierbij aan heftruckchauffeurs (accu-verwisselen), operators (resetten thermische beveiligingen, vervangen van smeltpatronen, schakelhandelingen, omgaan met arbeidsmiddelen in vochtige en nauwe geleidende ruimten e.d.)

•Vakbekwaam Persoon (VP) Persoon met een relevante opleiding of ervaring om zelfstandig (bepaalde specifieke) werkzaamheden met een elektriciteitsrisico te verrichten. Denk hierbij aan servicemonteurs, TD-medewerkers e.d.

•Werkverantwoordelijke (WV) Persoon, aangewezen als direct verantwoordelijke voor de veiligheid bij werkzaamheden met een elektriciteitsgevaar. Deze persoon heeft als taak alles te regelen zodat medewerkers veilig kunnen werken aan, met of nabij elektrische installaties en hiervan ook de naleving vaststellen.

•Installatieverantwoordelijke (IV) Elke elektrische installatie en alle elektrische arbeidsmiddelen moeten worden beheerd door een daartoe aangewezen IV. De IV moet installaties beheren. Taken zijn bijvoorbeeld onderhoud, inspectie en toezicht op de installatie.

Een NEN 3140 training moet zijn gebaseerd op de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zoals deze zijn beschreven in de aanwijzing.

DE NEN 3140 training bestaat dus niet! De training moet aansluiten bij de werkzaamheden die de medewerkers verrichten en bij de organisatie. Het bedrijf bepaalt immers hoe verantwoordelijkheden en bevoegd worden toegekend en bepaald welke hulpmiddelen worden aangeschaft e.d.

 

'De goede NEN 3140 training is dus zeker niet saai, is duidelijk herkenbaar, gaat over jouw werkzaamheden binnen jouw bedrijf en sluit aan bij de organisatie.'

 

Om een aanwijzing te kunnen maken, moet er wel een NEN 3140 beleid binnen een onderneming zijn. Duidelijk moet immers zijn wie, welke werkzaamheden met E-risico’s mag en veilig kan verrichten. Ook moet duidelijk zijn wie verantwoordelijk is als leidinggevende en als verantwoordelijke voor elektrische installaties en elektrische arbeidsmiddelen. 

SBK begeleidt bedrijven bij het implementeren van  NEN 3140 waardoor aan de verplichtingen wordt voldaan. Dit gebeurt in fasen:

Stap 1 Inventarisatie van werkzaamheden / procedures met E-risico’s  / De NEN 3140 scan
Op basis van gesprekken met leidinggevenden en medewerkers wordt de huidige status van de bedrijfsvoering onderzocht. Zo wordt een overzicht opgesteld welke medewerkers, welke werkzaamheden met E-risico’s verrichten en in welke omgeving. Welke verantwoordelijkheden en bevoegdheden reeds zijn vastgelegd. Kortom hoe de zaken nu zijn georganiseerd in het licht van de NEN 3140 regelgeving. Op basis van  NEN 3140 gaat SBK vervolgens een conceptmatrix opstellen waarbij medewerkers worden gegroepeerd in WV, IV, VP en VOP -ers met bepaalde bevoegdheden. Duidelijk wordt dan ook welke persoon welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden krijgt. Uit de matrix kan ook worden opgemaakt welke hulpmiddelen nodig zijn voor welke medewerker en welke instructie(s) de medewerker periodiek moet krijgen. Ook een eventueel kennishiaat is hieruit op te maken.

Stap 2 Beleid opstellen
De conceptmatrix wordt besproken en beleidsmatig moeten dan vaak zaken nog worden besloten die nu nog niet zijn geregeld. Bijvoorbeeld wie wordt de installatieverantwoordelijke en voor welke (delen van) installaties of,  wie wijzen we aan als werkverantwoordelijke en welke taken horen daarbij? Welke taken mag een medewerker wel verrichten en welke niet? Welke hulpmiddelen, gereedschappen, beschermingsmiddelen hebben we  al en wat moet worden aangeschaft?  Wie gaat bepalen welke hulpmiddelen “passend en veilig zijn”? en  hoe hou je die middelen veilig? Wie gaat de periodieke controle elektrische arbeidsmiddelen organiseren en uitvoeren? De elektrische installaties: wie gaat die beheren; intern of extern? Hoe vaak een inspectie voor een installatie(onderdeel)? Beheer van tekeningen, schema’s rapporten hoe gaan we dat doen?

Kortom voldoende stof om over na te denken en er vervolgens beleid op te maken.

Stap 3 Instrueren van medewerkers
De werkverantwoordelijke is o.a. verantwoordelijk voor het instructiebeleid. Medewerkers dienen periodiek te worden geïnstrueerd over de specifieke elektrische risico’s in de werkomgeving. Op basis van de inhoud van de matrix kan een pakket werkprocedures worden ontwikkeld of worden 3140 thema’s benoemd. De praktische training, gericht op de taken waarvoor medewerkers bevoegd worden gesteld vormen “de cursus NEN 3140 gericht op de doelgroep”.. Wanneer beleidsmatig de zaken nu georganiseerd en voorbereid zijn, kan er een wezenlijke slag in veilig werken worden gemaakt. Dit is een goede zaak voor elke onderneming!

Onze opdrachtgevers