4
jul
4
jul
Bij tal van activiteiten, evenementen, festivals en andere gebeurtenissen nemen tijdelijke installaties de stroomvoorziening voor hun rekening. Hoe zit het nu met de regels voor deze installaties en wat zijn belangrijke aandachtspunten?
Een tijdelijke installatie maakt gebruik van verplaatsbare componenten, zoals verdelers en leidingen. Het maakt daarbij niet uit of dit voor kortstondig gebruik van bijvoorbeeld een dagdeel of langdurig voor jaren wordt toegepast. Ook tijdelijke elektrische installaties, zoals op bouwplaatsen, bij popconcerten, jaarmarkten, shows, feesttenten, kermissen enzovoort, moeten voldoen aan eisen.
Tijdelijke installaties moeten veilig zijn om:
Tijdelijke elektrische installaties bij ondernemingen zoals op een bouwplaats en in het publieke domein zoals bij markten, popfestivals e.d. moeten voldoen aan de Arbowet en het daaruit voorkomende Arbobesluit; bepaling 3.2, 3.4 en 3.5. De eigenaar van de onderneming of de organisator van het evenement is verantwoordelijk voor de veiligheid van de installatie. Hij kan deze ook neerleggen bij een deskundige daartoe aangewezen installatieverantwoordelijke.
Om een veilige tijdelijke installatie te hebben, worden eisen gesteld aan het elektrisch materieel en aan het samenbouwen daarvan. Normen waarin de wettelijke eisen praktisch zijn uitgewerkt zijn:
NEN 8020-20 is de norm voor tijdelijke elektrische installaties bij evenementen. Eisen over het gebruik en het beheer staan beschreven in NEN 3140.
1. Illegaal elektrisch materieel
Alle toegepaste onderdelen van tijdelijke installatie, zoals aggregaten, leidingen en verdeelkasten, zijn producten die aan Europese Richtlijn(en) en het daaruit volgende Warenwetbesluit Elektrisch materieel moeten voldoen. Illegaal materiaal is volop te koop, ook bij gerenommeerde partijen. Dit materieel is bijvoorbeeld herkenbaar aan het China-Export symbool in plaats van de vereiste CE-markering. Vooral haspels, stekkerdozen, verlichtingsarmaturen en aangesloten apparatuur voldoen niet aan de wettelijke eisen; het mag wettelijk niet worden verhandeld en niet worden toegepast in tijdelijke installaties.
Logo's Conformité Européenne en China Export
Haspel met china-export symbool
2. Materieel wordt foutief ingezet
Het is wettelijk verplicht bij elk elektrotechnisch product een veiligheidsinstructie in het Nederlands en een gebruikershandleiding toe te voegen. Hierin staat beschreven waarvoor het elektrisch product is bedoeld. Denk hierbij aan de beschermingsgraad tegen vocht en stof; de IP-codering, de mechanische belastbaarheid IK, eisen aan gebruikers, nevenapparatuur, hulpmiddelen e.d. In NEN 1010 en NEN 8020-20 staan de minimale eisen beschreven die aan elektrisch materieel worden gesteld voor een bepaalde toepassing.
Voorbeeld 1
In NEN 1010 704 staat dat toegepaste leidingen op een bouwlocatie, kermis e.d. van het type “zwaar gebruik” moeten zijn. Deze leidingen zijn herkenbaar aan de codering H07xx. De aderisolatie en mantel zijn daarbij dikker dan bij de vaak gebruikte H05xx (normaal gebruik) en H03xx (licht gebruik). Zie NEN 1010 bijlage 700A en bijlage 52J.
H07RN-F (Bron Draka)
Niet elke leiding is dus geschikt voor een tijdelijke installatie.
Voorbeeld 2
Een aggregaat is soms slechts voorzien van een overstroombeveiliging, een thermische beveiliging. Om hiermee een veilige installatie te maken is meer nodig. Voor het voeden van een tijdelijke installatie staan in NEN 3140 bijlage M de volgende eisen:
Het heeft altijd de voorkeur om het sterpunt van een aggregaat te aarden zodat een TN-stelsel ontstaat. Ook dan alleen werken aardlekschakelaars in het systeem.
TN-stelsel; Aardelektrode aan aggregaat (Bron Anton Kerkhofs)
Als aarden niet kan, omdat het aggregaat bijvoorbeeld op een rijdend voertuig staat, dan wordt een IU-stelsel toegepast (een zwevend net). Is dan het aggregaatvermogen groter dan 3 kVA, dan wordt het gebruik van een isolatiebewakingstoestel aangeraden. Bij omgevingsomstandigheden met een verhoogd risico wordt dit dwingend voorgeschreven.
Aggregaat in IU-stelsel 4,5 kVA (Bron Honda) en Isolatiebewakingstoestel (Bron Bender)
Zonder aardsysteem en isolatiebewaking kan een aggregaat slechts worden toegepast voor:
3. Vereffenen wordt vaak vergeten.
Net zoals in een gebouw vreemd geleidende delen moeten worden vereffend, moet dit ook in tijdelijke installaties. Alle omvangrijke geleidende constructie, zoals metalen podia, trussen, tentconstructie en stalen steigers (opmerking 1), stalen containers e.d. moeten worden vereffend. Dit moet door de geleidende constructie te vereffenen met de aardrail in de plaatselijke verdeelinrichting.
Trus (Bron: TTM Event facilities) / Stalen steiger vereffenen (Bron: Anton Kerkhofs)
Op de schakel- en verdeelinrichting (bouwkasten opmerking 2) op de bouwplaats en voedingskasten (bij EV-apparatuur) moet daarvoor een vereffeningsvoorziening zijn. Met klemmen en vereffeningsleidingen kunnen de vreemd geleidende delen hierop worden aangesloten.
Opmerkingen
Vereffeningsvoorziening op AV-voedingsunit (Bron Perfect sound)
Harning vereffeningssysteem bij AV-toepassing (Bron Major)
Bouwkast met vereffeningsvoorziening Keraf (Bron VSM)
4. Materieel wordt foutief samengebouwd
Goedgekeurde veilige componenten zoals bouwkasten en leidingen kunnen zodanig worden samengebouwd tot een tijdelijke installatie, die onbetrouwbaar en/of onveilig is. Bijvoorbeeld omdat beveiligingen ontbreken of doordat leidingen te lang zijn.
Voorbeeld
Doorkoppelen van verdeelinrichtingen
Door bouwkasten “door te koppelen” kan de inwendige weerstand Zi te hoog worden waardoor bij een kortsluiting de voorliggende beveiliging niet aanspreekt.
In sommige bouwkasten is ook in de doorkoppeling een aardlekschakelaar opgenomen. Bij een fout in aangesloten materieel, kunnen nu willekeurig en meerdere aardlekschakelaars aanspreken. Selectiviteit is hierbij niet gerealiseerd. De configuratie van beveiligingscomponenten in bouwkasten is dus niet standaard.
Doorkoppelen bouwkasten met elk een 30mA aardlekschakelaar
5. Is het elektrisch materieel en goedgekeurd?
Afzonderlijk elektrisch materieel, elektrische arbeidsmiddelen, moeten periodiek door een materieeldienst of en AV-verhuurbedrijf worden geïnspecteerd; bijvoorbeeld volgens NEN 3140:5.102. De goedkeuring moet op de werkplek kunnen worden aangetoond, bijvoorbeeld met een keuringssticker of een inspectierapport.
Vervolgens moet het samenstel van het elektrisch materieel; de tijdelijke installatie, worden geïnspecteerd voordat deze aan gebruikers beschikbaar mag worden gesteld. Dit is vereist in het Arbobesluit 7.4 NEN 3140. Bepaling 5.101. kan daarvoor worden toegepast.
Het ontwerpen en bouwen van tijdelijke installaties vergt competenties. SBK opleidingen heeft in opdracht van Bouwend Nederland een praktijkgerichte modulaire beroepsopleiding ontwikkeld waarin wordt geleerd hoe tijdelijke elektrische installaties op een bouwplaats moeten worden ontworpen, gemaakt en moeten worden geïnspecteerd. Gestart wordt met een hele praktische basistraining waar van huis uit niet elektrotechnici een schat aan informatie opdoen en vaardigheden oefenen. Daarna volgen functiegerichte modules. Modules zijn afzonderlijk te volgen afhankelijk van de voorkennis.
Afb. Opzet modules tijdelijke installaties
Voor medewerkers die een elektrotechnische beroepsopleiding hebben gevolgd is de training NEN 8020-20 (tijdelijke elektrische installatie evenementen) leerzaam. Voor meer informatie over deze en andere (maatwerk) trainingen kijk op onze website of neem contact op met SBK Opleidingen via 040-2329700 of info@sbkopleidingen.nl
Tekst: Anton Kerkhofs